Aantal incidenten daalt nog verder
Het aantal incidenten in voetbalstadions is vorig seizoen nog verder gedaald. In seizoen 2023-2024 waren er 11 procent minder incidenten dan een seizoen eerder, zo blijkt uit de donderdag gepresenteerde Veiligheidsmonitor van de KNVB. 99 procent van de ruim 800 wedstrijden in de Nederlandse competities verloopt zonder grootschalige ordeverstoringen. Het aantal uren dat de politie met voetbal bezig is, is de laatste twintig jaar met 30 procent gedaald.
Het aantal incidenten waar de aanklager een (voor)onderzoek naar startte, daalde naar 150 op een totaal van 816 wedstrijden. 60 van deze zaken werd geseponeerd omdat de club voor, tijdens en na afloop van de wedstrijd niets te verwijten viel, ook niet wat betreft het opsporen van de daders. Het aantal stadionverboden daalde eveneens, met 7 procent, tot 1008.
De pakkans is door onder meer hoogwaardige camera’s in de stadions verhoogd, stelt de KNVB. De meeste stadionverboden zijn opgelegd voor openlijke geweldpleging (16%), het bezitten en/of dragen van gezichtsbedekkende materialen (13%) en het bezitten en/of afsteken van vuurwerk (11%). Het aantal incidenten waarbij voorwerpen op het veld zijn gegooid is sterk afgenomen. Kijkend naar het aantal opgelegde stadionverboden hiervoor, is er een daling van 242 naar 99.
‘Weg vrij voor gastvrije behandeling’
“De cijfers laten zien dat we weer terugkeren naar de situatie voor corona, met een relatief laag aantal incidenten”, zegt Matthijs Keuning, voorzitter van Supporterscollectief Nederland. “Dat maakt de weg vrij voor een veel gastvrijere behandeling van de stadionbezoeker. Deze cijfers laten opnieuw zien dat veruit de meeste wedstrijden zonder problemen verlopen en dat maar een heel klein deel van de supporters verantwoordelijk is voor incidenten. Helaas gaat juist hier veel aandacht naar uit, waardoor de beeldvorming veel negatiever is dan de werkelijkheid. Supporters zijn er klaar mee dat ze gestraft worden met combiregelingen en verboden terwijl ze niets misdaan hebben. We hopen dat deze cijfers helpen om gemeenten, politie en clubs wat meer realiteitszin bij te brengen en supporters gastvrijer te ontvangen.”
‘Beeldvorming ontstaat door incidenten’
Marianne van Leeuwen, directeur van de KNVB, gaat in een opiniestuk in de Telegraaf uitgebreid in op de cijfers.
“Incidenten krijgen alle aandacht, begrijpelijk want elk incident is er een te veel. Maar hierdoor is de ontwikkeling van het aantal incidenten vaak minder helder in beeld. Kijken we namelijk over een heel seizoen, dan neemt het aantal incidenten in de stadions* sinds de piek direct na de coronatijd verder af. We zijn er nog niet, maar het gaat wel de goede kant op en dat is een compliment voor alle samenwerkende partijen en alle supporters die wél een steun voor hun club zijn.”
“Beeldvorming ontstaat vooral door incidenten. Uiteraard balen ook wij enorm als het ergens fout gaat, maar is het écht kommer en kwel? We hebben het 25.000 stadionbezoekers gevraagd en zij beoordeelden hun voetbalmiddag of -avond met een 7,7 en hun veiligheid met een 7,9. De clubs spenderen jaarlijks miljoenen euro’s aan hun veiligheidsorganisatie. Hierdoor is de pakkans voor overlastgevers een stuk hoger dan buiten het stadion. De daders kunnen minimaal een landelijk stadionverbod en een flinke geldboete tegemoet zien.”
“Is alles dan rozengeur en maneschijn? Nee, de wereld is niet ideaal, ook niet in de stadions. Wekelijks ontvangen de clubs zo’n 200.000 mensen, dat is evenveel als het aantal inwoners van Amersfoort of Almere. Waar veel mensen samenkomen, gebeuren ook minder leuke dingen. Zowel in het voetbal als in Amersfoort en Almere. Bovendien heeft het voetbal de pech dat het sinds de jaren 70 wordt omarmd door een soort internationaal verschijnsel. Dan bedoel ik nadrukkelijk niet degenen die de sfeer in de stadions maken, want daar zijn we juist heel blij mee, maar de groepjes waarin je met wangedrag een stapje hoger op hun apenrots komt. Tegenwoordig gebeurt dit trouwens vooral buiten de stadions. Laat duidelijk zijn dat ook wij deze personen liever kwijt dan rijk zijn.”
“Als je in discussies de kosten benoemt, dan moet je óók naar de opbrengsten kijken. Het betaald voetbal draagt jaarlijks 2,8 miljard euro bij aan de schatkist, zo heeft PwC berekend. Talloze kinderen worden door het topvoetbal geïnspireerd om zelf te sporten en bewegen. Dat is een flinke impuls voor de volksgezondheid. En de verbindende waarde van het voetbal is ongeëvenaard. Waar zitten de bakker, buschauffeur, IT’er en salesmanager nog wekelijks 90 minuten naast elkaar? In de 34 stadions die ons land rijk is.”